Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [24]De Joden dan geloofden van hem niet, dat hij blind geweest was, en [25]ziende was geworden, totdat zij geroepen hadden de ouders desgenen, die ziende geworden was. 24. Dat is, de oversten der Joden, gelijk blijkt uit vs.22. 25. Grieks en zag; of ziende was.